Twintig jaar Typhoon: een jubileum dat terugblikt, doorleeft en verder ademt
In dit artikel:
Halverwege de zaal van 013 hing onverwacht een zwart gordijn, waardoor de Main ineens maar voor de helft gevuld kon worden — een onduidelijke keuze tijdens een maandenlang uitverkochte jubileumshow van Typhoon, die twee decennia in het vak viert. De avond begon met BLANKO, het alter ego van Volendammer Jan Schilder: ingetogen akoestische poprock met country- en bluesinvloeden. Zijn optreden klonk netjes en verzorgd, maar in de gespannen aanloop naar Typhoon voelde het te braaf en miste het de energie van een volledige band.
Toen zakte het licht en kwam Typhoon (Glenn de Randamie) op met O‑Dog als hypeman en De Titanenband naast zich — een strak spelende formatie die de nummers nieuw leven inblies. Waar sommigen Typhoon als 'pop' bestempelen, toonde hij hier duidelijk zijn hiphopwortels: stevige percussie, Surinaamse ritmes, Afrobeat-invloeden en fluwelen saxofoonlijnen. Klassiekers als "Corazón" en het compromisloze "Botoman" kregen extra swing en urgentie; tracks van Lobi da Basi en Lichthuis werden liefdevol en krachtig uitgediept. Live-versies kregen ruimere saxlijnen, pulserendere ritmes en momenten die het publiek fysiek en emotioneel meesleurden — van een moshpit bij "Zandloper" tot collectieve stiltes bij kwetsbare nummers.
Centraal stond Typhoons openheid over depressie en existentiële worsteling; nummers zoals "Zo Niet Mij" en "Niemand Kan Blijven" waren intiem, zonder pathos, en lieten zien hoe muziek hem heeft gered. Opvallend was de afwezigheid van "Alles Is Gezegend", terwijl zijn merch een hoopvolle boodschap uitstraalde — misschien een aanwijzing voor een andere fase in zijn werk. De show voelde niet als nostalgie maar als een viering van twintig jaar hiphop en menselijkheid: vakmanschap gecombineerd met kwetsbaarheid, en een publieksbeweging die de zaal als iets betere mensen de deur uit stuurde.