Swans houdt zijn publiek 2,5 uur in een trance
In dit artikel:
In het uitverkochte poppodium De Nobel in Leiden trad vrijdagavond de legendarische New Yorkse no-wave/experimentele rockband Swans op, na een donderdag voloptredens tijdens de Popronde in de stad. Het voorprogramma kwam van de Canadese violiste Jessica Moss (bekend van Thee Silver Mt. Zion), die een half uur durende, onafgebroken set met repetitieve ambientdrones bracht. Haar optreden maakte gebruik van viool, pedalen en bellen en bevatte een subtiele politieke verwijzing: een koffer met een kefiyyeh en een watermeloen bleef prominent zichtbaar. Moss’ nieuwe album Unfolding verscheen op 24 oktober.
Michael Gira, frontman van Swans, zette meteen de toon door strikte gedragsregels te stellen: telefoons filmen werd niet getolereerd, zodat het publiek volledig bij de muziek kon zijn. De zaal bestond uit fervente muziekliefhebbers — veel Swans- en postindustriële shirts — en de sfeer was intense en gefocust.
Swans openden met een nog niet eerder uitgebrachte compositie, ‘The End of Forgetting’, een kolossale track van ongeveer 38 minuten. Het stuk werkte met langzaam opbouwende lagen en chant-achtige zangpartijen en ontlaadde uiteindelijk in een fysieke muur van geluid: diepe bassen, scheurende gitaren en een werkelijk voelbare noise-impact. Daarna volgde ‘The Merge’, dat in de liveversie sneller en meer ritmisch was dan op plaat. Met twee basspelers en toevoeging van gitaren ontstond een overweldigende wall of sound die de hele zaal deed schudden; zelfs Gira liet zich even gaan in beweging.
‘A Little God in My Hands’ (van het album To Be Kind) werd door de recensent als het hoogtepunt van de set genoemd: dynamische contrasten tussen schreeuwende gitaren en kalmere passages leidden naar een apocalyptische finale van samengesmolten instrumenten. De avond werd afgesloten met nog een onuitgebracht nummer, ‘Newly Sentient Being’, dat het vertrouwde Swans‑schema van langzaam vocaal begin naar zware, dromerige instrumentale eruptie volgde. Kristof Hahn’s slidegitaar riep herinneringen op aan scènekleuren uit Slint’s Spiderland, en drummer Phil Puleo kreeg meerdere solomomenten waarin hij zich als machine manifesteerde.
In totaal duurde het concert ongeveer 2,5 uur maar bestond het slechts uit vijf nummers — twee daarvan nieuw — wat illustreert hoe Swans hun publiek geduld en overgave vragen. De setlijst bevatte weinig nummers van recente platen (slechts één track van The Birthing) en miste meerdere herkenbare To Be Kind-stukken, iets wat de stadsrecensent wel jammer vond maar ook begrijpelijk noemde gezien de nieuwe samenstelling en aanpak van de band. Gira en gitarist Norman Westberg zijn tegenwoordig de enige overgebleven originele leden; verder werd duidelijk dat Swans opnieuw hun geluid herschikken en intensieve, lang uitgesponnen live-ervaringen blijven prefereren.