''Soms kan het wel, soms kan het niet, maar als het kan is het goed!''
In dit artikel:
Woensdag 19 november stond De Nobel in Leiden bol van energie toen funkrockgroep Mother's Finest de Grote Zaal op zijn kop zette. Het publiek — vooral volwassenen en ouderen, met hier en daar jongere bezoekers — was van meet af aan enthousiast en danste vrijwel onafgebroken mee tijdens het bijna anderhalf uur durende concert, met daarna nog een toegift.
De band kwam theatraler binnen: lichten, elektronische samples en één voor één de opkomst van de muzikanten en twee achtergrondzangeressen. Zangeres Joyce Kennedy trok de aandacht met een opvallende panterprintlook, gitarist Gary “Moses Mo” Moore blinkte uit in podiumkunsten en stuntjes (zelfs Hendrix-achtige capriolen met zijn tanden), terwijl bassist Jerry “Wyzard” Seay en drummer Dion Derek Murdock de nummers stevig aandreven. Backing vocalisten April Bennett en Sami Michelsen voegden visuele en vocale flair toe.
Muzikaal wisselde het optreden tussen funk, hardrock en bluesrock — soms rauw en luid, met drum- en bass-breakdowns en snauwende gitaarsolo’s van Gary en John Hayes. Het repertoire bevatte onder meer hun versie van 'Burning Love', groovende nummers waarbij het publiek op instructie “de groove” moest duwen, het gevoelige duet van Joyce en John, en klassiekers als 'Baby Love' en het protestgerichte 'Niggiz Can't Sang Rock & Roll' als afsluiter. Tussendoor deelden de zangers anekdotes en grapjes over ouder worden; vocale momenten lagen niet altijd precies, maar de band hield de vaart en betrokkenheid hoog.
De show maakte duidelijk dat leeftijd geen beletsel hoeft te zijn voor podiumenergie: ondanks merkbare sporen van ouderdom leverde Mother's Finest een dynamische, fysieke set af die de zaal meesleurde — van intieme stiltes tot een plotseling opgevoerd punkachtig slot. Als pioniers van de funkrock uit de jaren zeventig bevestigden ze hun reputatie als een liveband die zowel muzikaal als in presentatie weet te blijven boeien.