Radiohead durft ook in een greatest hits show risico's te nemen
In dit artikel:
Radiohead maakt na een stilte van jaren een spraakmakende comeback met een korte, intensieve tournee: twintig shows in vijf steden, elk stad vier avonden, waarvan een reeks in de Uber Arena in Berlijn. Het is hun eerste uitgebreide tour sinds covid en na nevenprojecten van Thom Yorke en Jonny Greenwood (The Smile). Opvallend is dat er geen nieuw album is dat de setlist leidt; de band presenteert een greatest-hitsprogramma waarin oude en minder voor de hand liggende nummers elkaar afwisselen.
De shows zijn "in the round", met het podium midden in de zaal en een gigantisch LED-doek dat de toeschouwer bepaalt bij welk bandlid hij staat. De bandleden – Yorke, Jonny Greenwood, Ed O’Brien, Phil Selway en Colin Greenwood – tonen wisselende energie: soms wat roestig aan het begin, maar al snel in vorm bij dansbare, elektronica-gedreven nummers als 15 Step en The Gloaming. Radiohead neemt risico’s door ongemakkelijke keuzes als Kid A op de setlist te zetten, ongewone maatsoorten te exploreren en halverwege nummers van instrument te wisselen; dat levert zowel mislukte momenten als betoverende vondsten op.
De songkeuze volgt een strakke logica: een kernset van ongeveer veertien nummers die bijna elke avond terugkomt, met ongeveer twintig nummers die per dag variëren volgens een even/oneven patroon. Toch verrast de band geregeld door rekenkundige verwachtingen te breken — zo verschijnen traagere stukken als Nude en de donkere ballad Exit Music onverwacht in de set. Hoogtepunten zijn ook de elektronica-don duo’s Idioteque en Everything In Its Right Place, waar beats en samples domineren, en het intieme Daydreaming, dat de zaal vulde met telefoonlichtjes en waarbij drummer Phil Selway zelfs zijn plek achter het drumstel verlaat.
Ed O’Brien is opvallend bezig met elektronica om Yorkes stem door de zaal te laten zwerven; het voelt vaak als live-experimenteren. In de lange toegift is ruimte voor klassiekers als Paranoid Android en Jigsaw Falling Into Place — dat in de afgelopen jaren uitgroeide tot publieksfavoriet ondanks de vocale moeilijkheid voor Yorke — en sluit de band af met het breekbare No Surprises. Het legendarische Creep ontbreekt; dat nummer leeft vooral verder buiten de zaal, onder straatmuzikanten en nieuwe generaties die Radiohead via TikTok of televisieseries ontdekken.
Kort gezegd: een comeback die mikt op durf en repertoire in plaats van promotie van nieuw werk, met momenten van ruigheid en schoonheid en een publiek dat uiteenloopt van doorgewinterde fans tot tieners die de band recent hebben ontdekt.