Metal Molly zorgt voor een lach op het gezicht met trip down memory lane
In dit artikel:
In de kleine zaal van de Muziekgieterij in Maastricht liep de foyer vol met bezoekers van een 80’s-feest, terwijl in de zaal twee heel verschillende bands de avond verzorgden: eerst het theatrale Green Crow Collective, daarna het nostalgische Metal Molly. Voor de verslaggever was het een persoonlijke avond: het eerste ooit bijwoonde concert vond ook in een kleine club plaats — een verbondenheid die door de sfeer van de avond heen voelbaar bleef.
Green Crow Collective opende in een nog wat lege zaal maar wist met opvallende podiumpresentatie en aanstekelijke interactie het publiek snel te winnen. Frontman Roeland Vandemoortele trad op in een Midden-Oosters gewaad met een duidelijke politieke boodschap op zijn kleding, waarmee de band meteen aangaf dat hun set meer was dan entertainment alleen. Muzikaal mengt de groep punkachtige riffs met Oosterse invloeden en absurdistische Belgische flair; nummers als ‘Tipping Point’, ‘Zwin Deu Den Bijt’n’ en ‘La Fête de la Mort’ wisselen ernst en speelsheid af. Violist Andries Boone stal regelmatig de show, inclusief een energieke beweging die deed denken aan Angus Young, en een elektrisch versterkte banjo gaf onder meer ‘Black Sand’ een rauwere kleur. Voorafgaand aan ‘Valse Mélancolique’ werd stilgestaan bij de slachtoffers van genocides in Gaza en Soedan. Het setslot met ‘Creatures of Beauty’ en het titelnummer ‘Hard Drive Error’ liet zien dat de band, ook in een kleinere bezetting van publiek, met theatraliteit en betrokkenheid de zaal kon opladen.
Metal Molly vierde het 30-jarig jubileum van hun debuutalbum Surgery For Zebra met een clubtour en bracht een bijna nostalgisch gevulde zaal van zo’n tweehonderd mensen terug naar de jaren negentig. De set bestond vooral uit herkenbare klassiekers zoals ‘Flipper’, ‘Happiness (We’re All in Shit Together)’ en het publieksfavoriet ‘Orange’, dat destijds hun doorbraak markeerde na de halve finale van Humo’s Rock Rally in 1994. De band koos voor een ingetogen, zelfverzekerde uitvoering: het geluid was minder flamboyant dan in hun jonge jaren, maar juist de eenvoud en herkenbaarheid zorgden voor verbinding. Het publiek zong massaal mee; oudere fans stonden naast jongere gezichten, en nummers van het tweede album kregen iets minder respons maar bleven herkenbaar met o.a. ‘Sunwear’ en ‘Suncomfort International’.
Tussen covers van They Might Be Giants en Sloan door leverde Metal Molly emotionele momenten: het ingetogen ‘Silver’ bracht stilte en kippenvel, en het afsluitende ‘Zebra’ ontplooide in een psychedelische jam. Zanger Allan Muller vatte na afloop de avond treffend samen: na dertig jaar blijft het bijzonder dat mensen de nummers nog steeds meezingen. Conclusie: twee bands, verschillend van aanpak, wisten elk op hun manier de zaal te boeien — van politiek geladen, theatraal oeuvre tot warme nostalgie — en gaven het publiek even het gevoel weer zestien te zijn.